Paniekaanvallen uitgelegd

Bij een paniekaanval heb je opeens allerlei lichamelijke klachten. Je hart klopt snel, je ademt sneller, je hebt het gevoel dat je geen lucht krijgt. Je kunt trillen en zweten. Door wat je merkt in je lichaam, raak je in paniek. De klachten blijven of worden steeds erger. Nadenken lukt niet meer goed. Je wilt het liefst vluchten, schreeuwen, huilen of wegkruipen.

Een paniekaanval kan een paar minuten tot anderhalf uur duren.

Paniekaanvallen zijn gewoon verschrikkelijk naar. Je systeem slaat op hol en het lijkt alsof je zelf geen controle meer hebt over wat er in je lijf gebeurt. Toch kan je deze controle weer terugpakken. Dit kan soms best zwaar zijn maar met stevig oefenen lukt dat uiteindelijk altijd.  Maar wat gebeurt er nou eigenlijk in ons lijf bij een paniekaanval?

De allereerste paniekaanval is meestal een paniekaanval die je niet snel vergeet. Het kan, ook de eerste keer, heel heftig zijn. De meeste mensen schrikken er zo erg van, dat ze denken dat ze iets aan hun hart hebben, of dat er iets mis is met de hersenen, of erger nog, dat je doodgaat. Dit laatste is een veel voorkomend gevoel bij een paniekaanval. De meeste mensen willen meteen zoiets nooit meer meemaken. 

Een paniekaanval kan overal, voor het eerst, gebeuren: het kan overdag, in de trein, op je werk, op straat, maar het kan ook 's nachts optreden, waardoor je wakker wordt met hyperventilatie, zweten en een sterk angstig (paniek) gevoel. Een paniekaanval overkomt niet alleen angstig aangelegde mensen. Zelfs de aller stoerste vent kan een paniekaanval krijgen.  


Dit komt doordat paniekaanvallen de grote alarmknop zijn in ons angstsysteem. Iedereen heeft een angstsysteem en over het algemeen mag je heel blij zijn met dat systeem. Dit systeem is super oud; een primitief systeem. Een systeem dat ons in de eerste plaats beschermt tegen gevaar en te vroeg overlijden. Het zorgt ervoor dat we een waarschuwingssignaal voelen zodra we gevaar lopen. Door dit signaal gaan we ons gedrag aanpassen (bijvoorbeeld vermijden) zodat we zo min mogelijk kans lopen om met het gevaar in aanraking te komen. Het systeem is ook snel, razendsnel! Denk maar aan het moment dat je de straat oversteekt en een sprintje moet trekken naar de overkant omdat die auto ineens wel héél hard nadert. Je schrikt, je hart gaat tekeer en plots heb je genoeg energie om dat sprintje te trekken.  

Die sensaties (schrikken, hartkloppingen, zweten) zijn er razendsnel zodra jouw brein gevaar signaleert. Dit is nodig. Niemand wil een angstsysteem dat te laat is met actie. Stel (en dit gebeurt gelukkig tegenwoordig niet meer), je komt op straat plots oog in oog te staan met een leeuw. Je brein weet dat je een gevecht met een leeuw niet gaat winnen en zorgt ervoor dat je razendsnel in actie kan komen. Je hersenen bereiden je direct voor op een vecht- of vluchtreactie. Deze opties geven je namelijk de beste kans op overleving. Voor beide opties geldt dat je gaat bewegen, je komt in actie.  


Wanneer we in fysiek actie komen gebruiken we onze spieren. Onze spieren werken op zuurstof en brandstof. Brandstof uit voeding wordt met behulp van zuurstof omgezet naar ‘spierenergie’. Je longen halen de zuurstof uit de lucht en geven die aan het bloed. Het hart pompt dan het bloed via de bloedvaten naar je spieren. Vandaar dat je hartkloppingen krijgt bij stressreacties en paniekaanvallen want je hart gaat het bloed harder rondpompen. Brandstof moet worden omgezet in beschikbare energie voor je spieren en wel zo snel mogelijk. Tevens veroorzaakt dit ook de veranderde ademhaling: er is namelijk ook zuurstof nodig bij deze omzetting. Maar er is ook zuurstof nodig om niet buiten adem te raken bij een stevige fysieke actie. Wanneer je gaat hardlopen is het bijvoorbeeld ook handig en passend dat je ademhaling versnelt, anders hou je het nog geen paar meter vol. Bij een paniekaanval werkt dit systeem precies zo, maar dan in de allerhoogste versnelling. Het is op hol geslagen.   

Alleen bij een paniekaanval is er regelmatig wel maar niet altijd een duidelijke aanleiding. Er is namelijk niet per se een daadwerkelijke confrontatie met een leeuw voor nodig. Meestal is er wel een stress-gevende factor in het spel maar niet altijd is er een duidelijke (waarneembare) aanleiding te vinden. In dit laatste geval ligt de oorzaak meestal bij een gedachte die je hebt gehad voorafgaand aan de paniekaanval. Sommige nare negatieve gedachten zijn feitelijk slechts gedachten en zijn niet per se waar, maar je brein ziet het verschil niet tussen een daadwerkelijke dreiging (die leeuw op straat) of een negatieve angst oproepende gedachte (‘mijn kind is nog niet thuis, misschien is er iets ergs gebeurd’).  


Wat nog eens extra naar is aan paniekaanvallen, is dat je hersenen dit natuurlijk opslaan. De herinnering aan de paniekaanval wordt op een prominente plek opgeslagen. Hiermee bedoel ik dat deze herinnering makkelijk op te roepen is en later weer makkelijk te triggeren is. Het moment was zó impactvol, dat je brein het labelt als ‘superbelangrijk en moeten we absoluut niet vergeten’. Wat ook op zich een handige functie is van onze hersenen, maar erg onhandig bij paniekaanvallen in de afwezigheid van een écht serieuze dreiging. Zoals de gedachte `mijn kind is nog niet thuis, misschien is er iets ergs gebeurd’. Je brein ziet het verschil niet.  

Je brein koppelt dan de kenmerken van die paniekaanval aan de lichamelijke sensaties die je had. Zoals de plek: de volgende keer in die trein kan je wéér een paniekaanval krijgen. Dus zodra je in dezelfde situatie komt, kan er weer angst of zelfs een paniekaanval optreden. Dit heeft als gevolg dat we bang worden voor de volgende paniekaanval en als deze angst hoog genoeg is, kan dit weer leiden tot het optreden van een paniekaanval. Dit wordt 'angst voor de angst' of ´anticipatieangst´ genoemd. 


Vertel jouw paniekaanval tips aan Gratis Psycholoog!

Gratis Psycholoog wil graag praktische hulp bieden en is altijd op zoek naar tips die kunnen helpen. Er zit enorm veel kracht in elkaar helpen. Wat helpt jou het meest bij een paniekaanval? Laat je tip hieronder achter, want wie weet help je daar een ander mee. Wil je anoniem blijven, dan kan je gewoon een verzonnen naam en e-mailadres invullen. 

Inzicht #3

Het gaat niet om het managen van je emoties maar om het managen van jouw reactie op jouw emoties

Rating: 0 sterren
0 stemmen